mRNA-vaccins, een nieuw wapen tegen kanker?

Bron: mRNA-vaccins, een nieuw wapen tegen kanker? – MediQuality

Een even onverwachte als belangrijke bevinding: mRNA-vaccins, waaronder dat tegen
COVID-19, zouden het immuunsysteem zo stimuleren dat het doeltreffender wordt
tegen bepaalde kankers, blijkt uit een Amerikaanse studie in Nature.

Bij onderzoek naar gepersonaliseerde mRNA-kankervaccins stelden Adam Grippin,
oncoloog aan het MD Anderson Cancer Center (University of Texas, Houston), en collega’s
iets opmerkelijks vast. Ongeacht het getargete antigeen volstaan mRNA-vaccins op zich
om het immuunsysteem te activeren, waardoor het kankercellen beter kan vernietigen—
een effect dat eerder al in casusreeksen werd gesuggereerd (1) (2). De onderzoekers
vroegen zich vervolgens af of dit ook gold voor het COVID-19-vaccin, momenteel het enige
mRNA-vaccin op de markt (3).
Daarom analyseerde het team gegevens van een cohort met niet-kleincellige longkanker
(NSCLC), opgevolgd tussen januari 2015 en september 2022 in het MD Anderson Cancer
Center. Als oncologische behandeling kregen de patiënten een immuuncheckpointremmer of immune checkpoint inhibitor (ICI), een immunotherapie die tumoren kwetsbaarder
maakt voor immuunaanvallen.

Vergeleken met 704 niet-gevaccineerden vertoonden 180 gevaccineerde patiënten (binnen
100 dagen vóór of na de start van een ICI) een duidelijke winst in mediane algehele
overleving: 37,3 tegenover 20,6 maanden. Na drie jaar bedroeg de overleving 55,7% in de
gevaccineerde groep, tegenover 30,8% in de controlegroep.
Het effect is nog uitgesprokener bij gevorderde ziekte (niet-reseceerbaar stadium 3 en
stadium 4) en verschilt niet naargelang één of twee doses, noch naargelang het merk van
het vaccin. Het fenomeen lijkt bovendien specifiek voor checkpointremmers: er is geen
voordeel bij patiënten onder chemotherapie. Evenmin wordt een dergelijk effect gezien met
niet-mRNA-vaccins, zoals pneumokokken- of griepvaccins, in combinatie met een
checkpointremmer.


De synergie tussen anti-checkpoint-immunotherapie en een mRNA-vaccin beperkt zich niet
tot longkanker. Hetzelfde werd aangetoond bij patiënten met gemetastaseerd melanoom.
Bij gevaccineerden kon de mediane algehele overleving op het moment van publicatie niet
worden berekend. Bij niet-gevaccineerden bedroeg die 26,67 maanden. Na 36 maanden
was de overleving 67,6% in de eerste groep, tegenover 44,1% in de tweede.
Hoe valt dit fenomeen te verklaren? Volgens muisexperimenten van de onderzoekers
“veroorzaken mRNA-vaccins eerst een piek in de productie van antivirale cytokinen,
waaronder interferon-alfa, wat een systemische activatie van de aangeboren immuniteit
teweegbrengt [van niet-specifiek type, omdat die niet van antilichamen afhangt]. Onder
invloed van interferon-alfa activeren aangeboren immuuncellen in de tumor vervolgens de
T-lymfocyten, die de tumor infiltreren,” leggen de onderzoekers uit.


“Normaal ontsnappen tumorcellen aan dergelijke aanvallen door hun overproductie van
PD-L1 [programmed death-ligand 1, een checkpoint-component] op te drijven. Door een
checkpointremmer te gebruiken kan het COVID-19-mRNA-vaccin die tegenreactie
neutraliseren, wat tumorreductie en een betere overleving voor de patient mogelijk maakt,”
voegen zij toe.


Volgens Elias Sayour, oncoloog aan de University of Florida (Gainesville) en mede-auteur,
“zijn de implicaties uitzonderlijk: dit zou de volledige oncologische zorg kunnen hervormen.
We zouden andere, niet-specifieke vaccins kunnen ontwikkelen die het immuunsysteem
nog krachtiger mobiliseren, met het oog op universele kankervaccins die alle patiënten ten
goede komen.”