Als je agenda en je biologische klok ruzie maken

We leven in een wereld die voortdurend op tijd draait: deadlines, afspraken, planningen. Alles lijkt bepaald door de klok aan de muur. Toch tikt er in ons allemaal een andere klok. Onze biologische klok bepaalt wanneer we ons alert, hongerig of juist moe voelen. En die klok ligt niet altijd op één lijn met wat de maatschappij van ons vraagt.

Eigenlijk leven we met drie klokken tegelijk: onze interne biologische klok, de zonneklok en de sociale klok. Die laatste vertelt ons wanneer we horen op te staan, te eten, te werken. De zonneklok wordt bepaald door het daglicht en de seizoenen. En dan is er die onzichtbare tijdmeter in ons brein die het ritme van ons lichaam aanstuurt. Meestal werken die drie samen, maar vaak ook niet. Denk aan nachtwerkers die midden in de nacht alert moeten blijven, terwijl hun lichaam eigenlijk schreeuwt om rust. Of aan mensen die pas ’s avonds tot leven komen en in de ochtend nauwelijks functioneren, de zogenaamde ‘night owls’.

De dirigent in je brein

In het centrum van ons brein zit een klein maar belangrijk gebied: de suprachiasmatische nuclei, of kortweg SCN. Je kunt het zien als de dirigent van een orkest. Die dirigent zorgt ervoor dat alle lichaamsfuncties op elkaar zijn afgestemd: slaap, honger, lichaamstemperatuur, alertheid. De SCN geeft in een patroon van 24 uur signalen af via hormonen zoals melatonine en cortisol, die pieken en dalen op specifieke momenten van de dag.

Onze interne klok wordt ook voortdurend beïnvloed door externe prikkels, de zogenaamde zeitgebers, letterlijk ‘tijdgevers’. Dat zijn dingen zoals daglicht, beweging, maaltijden of zelfs het moment waarop we sociale contacten hebben. Het is een subtiel samenspel tussen genetica en wat we dagelijks doen.

Ochtendmens of avondmens

Waarom voelt de ene zich fris om zes uur ’s ochtends, terwijl de ander pas tegen middernacht echt op gang komt? Dat heeft alles te maken met je chronotype of jouw natuurlijke voorkeur voor een bepaald ritme. De eenvoudigste manier om dat te ontdekken, is jezelf af te vragen: Wat zou mijn ritme zijn als ik helemaal geen verplichtingen had?

Je chronotype is deels genetisch bepaald, maar kan ook veranderen. Veel jonge ouders merken dat ze plots vroeger wakker worden, simpelweg omdat hun baby hun ritme herschikt. Oudere mensen worden vaak vanzelf ochtendmensen, terwijl adolescenten juist later in het ritme zitten.

Social jetlag

We kennen allemaal het gevoel van maandagochtend: een zwaar hoofd en een extra kop koffie nodig. Dat is sociale jetlag, het verschil tussen je natuurlijke ritme in het weekend en het schema dat de samenleving je oplegt. In het weekend blijf je later op, doordeweeks moet je weer vroeg paraat staan. Je lichaam begrijpt er niets van.

Tieners zijn hiervan een perfect voorbeeld. Hun biologische klok loopt van nature later, maar toch moeten ze vaak al om acht uur in de klas zitten. Hun concentratie piekt pas uren later, maar daar houdt het schoolsysteem geen rekening mee.

Wanneer ritmes botsen, is dit niet zonder risico

Wanneer onze biologische en sociale klok structureel niet synchroon lopen, spreken onderzoekers van een misalignment. Dat is meer dan wat vermoeidheid: het kan blijvende gevolgen hebben voor je gezondheid. Mensen die langdurig tegen hun chronotype in leven (zoals nachtwerkers die eigenlijk meer ochtendmensen zijn) kampen vaker met spier- en gewrichtspijn en een lagere pijngrens. Ook kan dit leiden tot prikkelbaarheid en zelfs angst of neerslachtigheid.

Maar ook night owls ondervinden nadelen: Wie veel wakker is als anderen slapen, mist vaak sociaal contact, en is eenzamer. ’s Nachts grijpen we bovendien sneller naar minder gezonde gewoontes: nog wat scrollen, snacken of een glas wijn drinken.

Misschien is het tijd om wat vaker naar ons lichaam te luisteren in plaats van naar onze agenda. En misschien is het ook tijd dat de maatschappij dat beter mogelijk maakt; dat werk en school niet één standaardritme afdwingen, maar ruimte laten voor de biologische diversiteit waar we allemaal deel van uitmaken.

Bronnen :

  • Lok, R., & Zeitzer, J. M. (2025). Chronotype and Mental Health: Are Late Sleepers More Vulnerable?. Current Psychiatry Reports, 1-9.
  • Chang WP, Peng YX. Differences between fixed day shift nurses and rotating and irregular shift nurses in work-related musculoskeletal disorders: A literature review and meta-analysis. J Occup Health. 2021 Jan;63(1):e12208.
  • Matre, D., Knardahl, S., & Nilsen, K. B. (2017). Night-shift work is associated with increased pain perception. Scandinavian Journal of Work, Environment & Health, 260-268.
  • Torquati, L., Mielke, G. I., Brown, W. J., Burton, N. W., & Kolbe-Alexander, T. L. (2019). Shift work and poor mental health: a meta-analysis of longitudinal studies. American journal of public health109(11), e13-e20.
  • Roenneberg, T. (2023). How can social jetlag affect health?. Nature Reviews Endocrinology19(7), 383-384.
  • Vitaterna, M. H., Takahashi, J. S., & Turek, F. W. (2001). Overview of circadian rhythms. Alcohol research & health25(2), 85.